zondag 20 november 2011

Peer, Hazelnoot & Chocolade cake



Een kille, mistige zondagochtend. Geen zin in een wandeling of een fietstocht. Hoewel er staat geen wind, dus dat is wel een voordeel. Nee, echt geen zin om naar buiten te gaan. Ik wacht op het zonnetje dat wel verwacht wordt in de loop van de middag.

De laatste recepten van mij stonden helemaal in het teken van de herfst. Een aantal gerechten met verse moesappels en zelfs een wildschotel. Ik vervolg de reeks met een hartverwarmende cake. Want chocolade en hazelnoot geven een mens een gelukzalig gevoel. Gecombineerd met een frisse peer en de warmte van de abrikozenjam is het zelfs een beetje feestelijk.

Het is leuk om al bakkend de zondagmorgen door te brengen en mezelf te trakteren op deze heerlijke vochtige, fruitige cake bij de koffie. Maar, deze cake is zo lekker smeuïg dat het ook als dessert goed tot zijn recht zal komen.

Peer, Hazelnoot & Chocolade cake

Ingrediënten:

100 gram blanke hazelnoten
140 gram zelfrijzend bakmeel
175 gram boter, in kleine stukjes gesneden
140 gram licht basterd suiker
2 eieren (L)
5 kleine, rijpe Conference peren
50 gram donkers chocolade, in kleine stukjes
2 eetlepels abrikozenjam

Attributen:

Cakeblik 20 cm doorsnede
Keukenmachine

Bereiding:

Warm de oven voor op 160 graden (heteluchtoven 140 graden).

Beboter en bekleed de bodem van een 20 cm ronde cakevorm.

Maal de hazelnoten in een keukenmachine tot kleine stukjes.

Voeg het meel toe en meng kort. Voeg de boter toe en puls totdat er kruimels vormen. Voeg de suiker en de eieren toe en meng het kort.

Schil 2 peren, verwijder het klokhuis en maak kleine blokjes. Roer de blokjes peer en de stukjes chocolade door het de cakemengsel.

Schep het mengsel in de bakvorm en strijk de bovenkant glad.

Schil de rest van de peren, verwijder het klokhuis en snijd in schijfjes. Leg de schijfjes op de bovenkant van de cake en druk zachtjes aan.

Bak 50 tot 60 minuten totdat de cake stevig aanvoelt.
Afkoelen in het blik voor 10 minuten, dan het blik verwijderen en verder laten afkoelen op een rooster.

Verwarm de jam en strijk over de bovenkant. Serveer warm of koud.

Smullen maar!

woensdag 16 november 2011

Warme herfstappelsap




Op mijn zoektocht naar streekgerechten kom ik soms verrassende producten tegen. Op bijna een steenworp afstand van mijn woonplaats, in het buitengebied van Hoogland (een dorpje dat geannexeerd is door de stad Amersfoort) ligt het landgoed Coelhorst. Rondom en in dit gebied fiets en wandel ik regelmatig. Vaak blijf ik even stilstaan bij het oude kerkje dat bij het landgoed hoort en geniet van de rust, het vogelgezang en het uitzicht over het gebied Hoogland-West.

In de boomgaard dat bij dit landgoed behoort staan oude fruitbomen met onder ander de Coelhorsterappel. Een moesappel die lijkt op de “Schone van Boskoop”. In de plaatselijke pers en op de website van Natuurmonumenten, de huidige beheerder, zijn over dit oude appelras verschillende publicatie verschenen. Van de Coelhorsterappels wordt appelsap geperst en deze verkoopt men in de plaatselijke supermarkt.

Gisteren had ik een primeur. Op het moment dat er een artikel verscheen op de website van destadamersfoort.nl kocht ik één van de eerste flessen. Het sap smaakt heerlijk. Lekker fris en fruitig. Gekoeld is het een prima dorstlesser, maar ook verwarmd en met kruiden toegevoegd is het een aanrader voor na een herfstwandeling of na een winterse schaatstocht.

Warme herfstappelsap


Ingrediënten:

1 liter appelsap (Coelhorsterappelsap)
5 kruidnagels
5 kardemonpeulen
1 kaneelstokje

Bereiding:

Doe alle ingrediënten in een pan. De kardemonpeulen wel eerst kneuzen. Breng het geheel aan de kook en laat 10 minuten sudderen.

Eventueel een glaasje rum toevoegen voor de liefhebber.

Warm serveren.

Smullen maar!

dinsdag 15 november 2011

Gebakken bloedworst met aardappels en rode bietjes




Dit is een ouderwets recept uit de keuken van mijn moeder. Het is een hele tijd geleden dat ik dit gegeten heb. De slagerij, waar mijn moeder de bloedworst altijd kocht, is er niet meer. Deze slager slachtte vroeger natuurlijk zelf. Hij maakte zijn eigen worsten en een paar recepten waren wijd en zijd bekend. Vanuit de hele regio kocht men Metworst en Bloedworst bij deze slager. Heerlijk. Als ik langs de winkel kom, moet ik daar vaak aan terug denken. Wat een lekkere smaak. Helaas is deze slager er niet meer. De winkel bestaat nog wel, maar de huidige eigenaar heeft zo zijn eigen recepten en die halen het net niet en missen de specifieke smaak die ik mij herinner.

Afgelopen zaterdag kwam ik op de markt de Twentse Bakbloedworst tegen. Dit seizoenproduct wordt door een ambachtelijke slager in de slachtmaand (november) gemaakt. Het smaakt het lekkerst in de winter tot ongeveer eind februari. De verleiding kon ik niet weerstaan en heb een aantal plakken gekocht.

De bloedworst combineert uitstekend met gebakken appel bij een kruimige aardappel en gekookte bietjes. Een makkelijk doordeweeks recept zoals moeders het vroeger maakte.

Gebakken bloedworst met aardappelen en rode bietjes

Ingrediënten:

1 kilo kruimige aardappels (Frieslander), geschild en schoongemaakt
6 gekookte rode bieten, schoongemaakt en in schijfjes gesneden.
1 uitje, fijn gesneden
Zout en peper
1 theelepel suiker
50 milliliter azijn
75 milliliter water
25 gram boter
Sago (eventueel)
4 dikke plakken bloedworst
1 schaaltje bloem
4 dikke schijven appel (goudrenet)
4 eetlepels rietsuiker
snuifje kaneel
flinke klont roomboter

Bereiding:

Kook de aardappelen met een beetje zout in 25 minuten gaar.
Doe de bietjes in een pan met het uitje en voeg zout, peper, suiker, boter en het water toe. Laat dit alles aan de kook komen en 10 minuten doorkoken. Voeg de azijn toe en bind de bietjes zo nodig met wat met koud water aangemaakte sago.

Haal de plakken worst voor de bloem en klop het overtollige eraf.
Verwarm de boter en bak de bloedworst om en om krokant in ongeveer twee minuten.

Bestrooi de appelschijven met de suiker en bak zachtjes in een andere pan rondom bruin en gaar. Strooi een snuifje kaneel over de appelschijven.


Smullen maar!

maandag 7 november 2011

Stoofpeertjes met bessenjenever



Stoofpeertjes kunnen maar op één manier gemaakt worden. Ze moeten enige tijd gestoofd worden in een ruime hoeveelheid vocht. Het type vocht is essentieel voor de uiteindelijke smaak. In de loop der tijd heb ik diverse soorten 'sappen' gebruikt, bijvoorbeeld bessensap, port of zomaar een rode wijn.

De huidige versie staat op nummer 1 van mijn favorietenlijst. De zachte, volle smaak van de gebruikte rode wijn is fantastisch ingetrokken en doet mij denken aan de Spaanse zon. Wat heb ik er ingedaan? Op advies van mijn slijter gebruikte ik de Tinto Joven uit 2009, Duque de Sevilla en een flinke scheut bessenjenever. Het uiteindelijke resultaat: De lekkerste stoofpeertjes die ik ooit gemaakt heb.

Stoofpeertjes met bessenjenever

Ingrediënten:

8 Gieser Wildeman stoofpeertjes
300 milliliter rode wijn
50 gram suiker
1 scheut bessenjenever
1 kaneelstokje


Bereiding:

Schil de stoofpeertjes, laat het steeltje eraan. Stoof ze met de rode wijn, de suiker, bessenjenever en een kaneelstokje in ruim 4 uur op een laag vuur.

Serveer de peertjes (warm of koud) bij een winterse stoofpot met aardappelpuree.


Smullen maar!

zaterdag 5 november 2011

Wildschotel met Roqeufort



Hoewel het huidige weer het anders voorstelt, het is toch echt najaar. De kalender geeft aan november en dat is tijd voor wild. Niet dat ik dat zelf vaak wild bereid, zoals bijvoorbeeld haas, wild zwijn of hert, voor deze gelegenheid heb ik al deze wildsoorten tegelijk in een stoofschotel verwerkt.

Het recept komt uit een publicatie van mijn slijter. Hierin worden enkele recepten gegeven van het bereiden van Herfstgerechten met een rode wijn, namelijk de Rioja Faustino V Reserva. Dit klonk mij heerlijk in de oren. Echter, toen ik de betreffende wijn wilde kopen, bleek deze toch wel erg duur om zomaar in een gerecht te verwerken. Bijna € 15,00 per fles.

Toch heb ik een paar flessen aangekocht, maar ik serveerde de wijn in een glas naast de wildschotel. Deze smaakte voortreffelijk en combineerde uitstekend bij het gerecht. De wijn welke verwerkt is in het recept is een goedkopere Rioja en paste geweldig in de stoofpot.


Wildschotel met Roquefort


Ingrediënten:

400 milliliter rode wijn
400 milliliter koud water
2 laurierblaadjes
6 peperkorrels
2 kruidnagels
4 takjes tijm
1 kg wild poulet (samengesteld uit verschillende wild soorten)
100 gram gesneden boerensoepgroenten
40 gram boter
1 ui
2 plakjes ontbijtkoek
1 pot wild fond
50 gram roquefort
3 eetlepels cranberry compote
75 gram spekjes
100 gram champignons


Bereiding:

Maak een marinade door de rode wijn te mengen met het koude water, de lierblaadjes, gekneusde peperkorrels, kruidnagels en tijm. Leg de poulet in de marinade en voeg de soepgroenten toe. Laat dit, afgedekt, in de koelkast, 24 uur staan.

Laat het vlees uitlekken en dep het droog. De marinade niet weggooien!

Laat 40 gram boter in een braadpan uitbruisen en bak het vlees in porties op een hoog vuur aan. Bak de grof gesneden ui eventjes mee en blus het geheel af met de marinade. Doe de in stukken gesneden ontbijtkoek en de wild fond erbij en laat het ruim 2 uur op een laag pitje in een gesloten pan gaar stoven. Controleer regelmatig of het vlees nog onder het vocht staat.

Laat de saus onafgedekt inkoken of bind het vocht eventueel bij. Voeg de cranberry compote en de in stukjes verdeelde roquefort toe. Doe alles over in een ovenschaal en houd deze warm in de oven op ongeveer 80 graden (heteluchtoven 75 graden).

Bak de spekjes uit, voeg de schoongemaakte champignons en de uitgelekte zilveruitjes toe en bak alles een minuut of drie. Verdeel het mengsel voor het serveren over de wildschotel.

Serveer met aardappelpuree, spruitjes en stoofpeertjes

Smullen maar!

dinsdag 1 november 2011

Cannelloni met spinazie, pancetta en ricotta




Voor de broodnodige variatie en om toch maar weer eens op de lijn te letten, ben ik op zoek gegaan naar een slank recept. Dit is geen moeite want mijn boekenplank staat vol met receptenboekjes met ideeën en ook veel suggesties vind ik op internet. Dit recept kreeg ik zelfs toegestuurd via de nieuwsbrief van WeightWatchers.nl.

In de oven stond vandaag deze klassieker uit de Italiaanse keuken, maar dan net iets anders. Deze variant met pancetta zorgt voor een heerlijke rijke smaak. Een rijke smaak dat wel, maar de hoogte van de calorieën valt erg mee. In mijn ogen een verantwoord slank gerecht.

Cannelloni met spinazie, pancetta en ricotta

Ingrediënten voor de verse lasagne vellen:
4 grote eieren
15 milliliter water
440 gram Semolina meel
1 mespuntje zout

Bereiding van de verse lasagne vellen:
Doe de eieren, het water, het meel en het zout in de mixerkom. Bevestig de kom en de platte menghaak. Schuif naar snelheid 2 en mix gedurende 30 seconden.
Vervang de platte menghaak door de deeghaak. Schuif naar snelheid 2 en kneed gedurende 2 minuten.

Haal het deeg uit de kom en kneed het gedurende 2 minuten met de hand. Laat het voor ongeveer 30 minuten rusten, afgedekt met folie. Verdeel het deeg in stukken en bewerkt met de lasagnevellen hulpstuk van de standmixer.
Voor dit gerecht heb je 200 gram verse lasagne vellen nodig verdeeld in 4 vellen.

Wil of kan je geen verse lasagnevellen maken, dan zijn deze verse vellen wel bij AH of een Italiaanse delicatesse winkel te verkrijgen.

Ingrediënten voor de vulling:
100 gram pancetta, 8 plakken
250 gram spinazie, vers, fijn gehakt
4 hele sjalotten, gesnipperd
1 hele courgette, grof geraspt
420 gram ricotta
1 theelepel basilicum, vers, fijn gehakt
1 theelepel Italiaanse kruiden
2 teentjes knoflook, geperst
85 gram Parmezaanse kaas
3 theelepel olijfolie
Zout en peper
500 gram tomaat, uit blik (gepeld), in blokjes

Ingrediënten voor de salade:
120 gram rucola
1 hele komkommer, gehalveerd en in plakjes gesneden
1/2 middelgrote avocado
4 zon gedroogde tomaten in olie, in stukjes gesneden
1 theelepel Balsamicoazijn

Bereiding:
Verwarm de oven voor op 200 graden (heteluchtoven 180 graden) Leg de pancetta op een bakplaat met bakpapier en bak het spek in ongeveer 10 minuten knapperig. Laat het een beetje afkoelen en snij het dan in kleine stukjes.

Roer de spinazie, sjalotjes, courgette, pancetta en 360 gram van de ricotta door elkaar. Op smaak brengen met wat peper en zout.

Vet een ovenschaal (inhoud 1,5 l) lichtjes in met de olie. Meng de tomatenblokjes met de knoflook, basilicum en Italiaanse kruiden. Op de bodem van de ovenschotel 80 gram van deze puree uitsmeren.

Snij de lasagnebladen dwars door, zodat je 8 rechthoeken krijgt. Verdeel het spinaziemengsel over de bladen en rol ze op. Leg ze daarna naast elkaar in de ovenschaal.

Verdeel de rest van de puree over de cannelloni. Daarover de rest van de ricotta verkruimelen en de Parmezaanse kaas erover strooien. Plaats de schaal 30 minuten in de oven. Voor serveren nog even 5 minuutjes laten staan.

Ondertussen de rucola, komkommer, advocado in een schaal mengen met de balsamicoazijn. Serveer de cannelloni met de salade.

Smullen maar!